Stemgedrag/scheiding-index ongunstig voor kabinet
Doetinchem, 26 oktober 2017 – Een vierpartijenkabinet treedt aan en kan bogen op een kamermeerderheid van slechts één zetel. Een politiek verstandshuwelijk, beweren sommigen. Maar hoe vasthoudend zijn de aanhangers van de coalitiepartijen als het gaat om hun eigen huwelijk?
Met dank aan bijdragen van medewerkers in Gouda, Maastricht, Nijmegen, Eindhoven, Tilburg & Breda.
Progressieve stemmers scheiden het meest, christelijke het minst
Gemeenten waar de Partij voor de Dieren (PvdD), Groenlinks, Denk en D66 relatief groot waren bij de laatste verkiezingen, hebben vaker een bovengemiddeld scheidingspercentage dan andere gemeenten. In gemeenten waar deze partijen relatief weinig stemmen trokken, is het scheidingspercentage juist vaker lager dan gemiddeld. Het omgekeerde geldt voor de christelijke partijen (CDA, SGP en ChristenUnie). Dit blijkt uit ons onderzoek, waarbij data van het CBS en de Kiesraad rondom het stemgedrag tijdens de laatste Tweede Kamerverkiezingen is geanalyseerd.
Stemgedrag/scheiding-index uitgelegd
De mate van samenhang tussen stemgedrag en scheidingspercentage wordt uitgedrukt in de Stemgedrag/scheiding-index. Hoe hoger de index, des te minder er wordt gescheiden door de stemmers op een politieke partij, en des te meer er wordt gescheiden in gemeenten waar er niet op deze partij gestemd wordt (en andersom).
Stemgedrag/scheiding-index bij coalitiepartijen
Aanhangers van christelijke coalitiepartijen scheiden significant minder vaak dan het landelijk gemiddelde. Vooral de CDA en CU vertonen een uitzonderlijk sterke Stemgedrag/scheiding-index. Van alle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen scheiden VVD-aanhangers, na aanhangers van de drie christelijke partijen, het minst vaak. Onder VVD’ers is er sprake van een licht positieve index van 5. D66’ers scheiden daarentegen significant vaker met een index van -31.
D66 meest waarschijnlijke veroorzaker voortijdige kabinetsval
Volgens Guido Bakker, politicoloog en directeur van Gecertificeerdemediators.nl, benadrukken de onderzoeksresultaten nog maar eens dat de flinterdunne kamermeerderheid niet bevorderlijk kan zijn voor de stabiliteit van het kabinet.
“We wisten al dat progressieve partijen de meeste naoorlogse kabinetten hebben laten vallen. Ons onderzoek wijst nu ook uit dat mensen die op progressieve partijen stemmen verreweg het vaakst scheiden. Weinig levenskeuzes zijn zo persoonlijk als de partner die je trouwt en de partij waarop je stemt. Daarom ligt het voor de hand dat als het nieuwe kabinet voortijdig valt, die val wordt veroorzaakt door D66.”
Guido Bakker, politicoloog en directeur van Gecertificeerdemediators.nl
Partij voor de Dieren spant de kroon
In heel Nederland eindigt gemiddeld circa eenderde van de huwelijken en geregistreerde partnerschappen in een echtscheiding. Opvallend is dat in bijna alle gemeenten waar de PvdD als grootste uit de bus is gekomen bovengemiddeld gescheiden wordt. Andersom geldt hetzelfde: in verreweg de meeste gemeenten waar de PvdD als kleinste uit de bus kwam, wordt gemiddeld het minst gescheiden.
Voortijdig gevallen kabinetten met veroorzaker tussen haakjes
- Drees I (PvdA)
- Cals (KVP)
- Biesheuvel I & II (DS’70)
- Van Agt II (PvdA)
- Lubbers II (VVD)
- Balkenende I (LPF)
- Balkenende II (D66)
- Rutte I (PVV)
Methodiek
Dit onderzoek en bijbehorende conclusies zijn gebaseerd op een analyse van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Kiesraad. Per thans in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partij is gekeken naar het scheidingspercentage in de 50 gemeenten waar zij als grootste en de 50 gemeente waar zij als kleinste uit de bus is gekomen. Vervolgens zijn die uitkomsten geïndexeerd.