Jeroen Simons (GZ-psycholoog)
Jeroen Simons is als GZ psycholoog verbonden aan de succesvolle psychologenpraktijk Utrecht Oost. Sinds 2002 behandelt hij cliënten met diverse psychische stoornissen. Welke rol spelen conflicten bij de ontwikkeling van die stoornissen? Hoe gaan zijn cliënten om met conflict? En: kan hij zelf goed ruziemaken?
Zijn jouw cliënten doorgaans verwikkeld in een conflict?
Ach, wie is er niet wel eens verwikkeld in een conflict? De meeste mensen maken wel eens een conflict met hun werkgever door. Of met hun partner, een vriend wellicht. Dat geldt natuurlijk ook voor mijn cliënten. Maar zij komen meestal niet primair met de vraag of ik ze wil helpen om hun conflict op te lossen. Ze komen omdat ze een burn-out hebben. Of ze ervaren depressieve klachten of een angststoornis. Dit soort klachten ligt vaak dicht bij elkaar. Daarom behandel ik ook veel mensen die een combinatie van zulke klachten hebben. Het is wel zo dat al mijn cliënten stoeien met interne conflicten.
Stoeien met interne conflicten?
Psychische klachten kunnen hun oorsprong hebben in een niet-opgelost intern conflict. Neem nou iemand met een sociale fobie. Zo iemand vindt het buitenproportioneel spannend om zich te bewegen in een sociale setting. Dat kan een feestje zijn, een etentje. Maar het kan ook gewoon op kantoor zijn of in het centrum van Utrecht. De oorzaak van zijn fobie zit hem in zijn veronderstelling dat het mogelijk is om nooit een fout te maken in een sociale setting. Alsof dat kan.
Maar hij is bang om als gevolg van een fout afgekeurd te worden. Hij beperkt dan de kans om fouten te kunnen maken door bijvoorbeeld geen vragen meer stellen in een sociale situatie. Dit kan dan weer vreemd overkomen zodat zijn gedrag alsnog afgekeurd zal worden.
Dus: aan de ene kant wil hij door zijn omgeving geaccepteerd worden voor wie hij is. Maar aan de andere kant durft hij zichzelf niet kenbaar te maken. Hier speelt het interne conflict.
Hoe los je zo’n intern conflict op?
Daar zijn uitgebreide protocollen voor, maar simpel gezegd komt het hierop neer: het interne conflict moet worden opgelost. Hij moet zich gaan realiseren dat geen fouten maken onmogelijk is. Hij moet dat idee echt omarmen. Het is oké om fouten te maken. Oké in die zin, dat een fout niet per sé ernstige gevolgen met zich meebrengt.
Voorbeeld van een niet-opgelost intern conflict.
Iedereen moet leren opgaan met frustraties. Voor een kind van 2 is dat niet te doen. Als die iets wil en hij krijgt het niet, dan zet ie hem op een huilen. Binnen een gezonde opvoeding wordt met de tijd duidelijk dat je niet altijd alles kunt krijgen wanneer jij het wilt. In de psychologie noemen we dat frustratietolerantie. Bij sommige mensen met een psychische stoornis, is er in die ontwikkeling wat misgegaan. Zij denken dan dat ze iets fout doen omdat ze zich gefrustreerd voelen. Maar door zo nu en dan hun verlies te nemen, leren ze frustratie te tolereren. Daardoor kan het zelfvertrouwen toenemen.
Hoe zie je dat terug binnen affectieve relaties?
Binnen een intieme relatie is het noodzakelijk dat je instaat bent om je eigen manier los te kunnen laten. Pas als je dat allebei kunt, is er intimiteit mogelijk. En zonder intimiteit is een gezonde affectieve relatie onmogelijk. Ik geef mijn cliënten die hier moeite mee hebben wel eens de heel eenvoudige opdracht om samen te gaan koken. Als één van beiden een lage frustratietolerantie grens heeft, leidt dat direct tot gedoe. Diegene denkt dan dus dat zijn of haar manier de enige manier is. Maar door erop te leren vertrouwen dat het eten ook lekker kan smaken wanneer je allebei ruimte geeft aan de ander, ontstaat er iets nieuws; iets van jullie beiden. Je hebt samen iets gemaakt. Dat kan natuurlijk heel intiem zijn.
Hebben jouw cliënten vaak relatieproblemen?
Als je partner een lage frustratietolerantie heeft of altijd depressief op de bank zit, dan is dat zelden goed voor een relatie. Maar degenen die bij mij komen, weten dat ze een probleem hebben. Nog veel belangrijker: zij willen hun probleem oplossen. Dat ziet hun partner ook vaak in. Het hoeft dan ook helemaal niet te betekenen dat je relatieproblemen krijgt als je een psychische stoornis hebt. Maar als je die niet erkent, of er niets aan wil doen…. Tja, dan zie je toch wel vaak dat iemand moeite heeft om een langdurige intieme relatie aan te gaan.
Hoe zit het met jouw eigen frustratietolerantie?
Laat ik het zo zeggen: ik kan me behoorlijk goed frustreren.
Goed frustreren?
Ja, bijvoorbeeld bij het spelen van een spel. Dan wil ik winnen, maar dat lukt me tot mijn frustratie niet altijd. Daar baal ik dan enorm van. Maar het besef dat ik niet wil spelen tegen iemand van wie ik gegarandeerd win, maakt het beter te tolereren. Ik heb hier een conflict van behoeftes dat ik onder ogen moet zien: ik wil winnen, maar ik wil ook een uitdaging. Dit laatste brengt met zich mee dat ik zal moeten verdragen dat ik deze uitdaging soms niet haal, dat ik soms zal verliezen. Ik heb dit geleerd, zoals een bokser leert te incasseren: het doet pijn, maar je wordt er ook sterker van.
Maakt Jeroen Simons makkelijk ruzie?
Nee, ik maak eigenlijk niet zo vaak ruzie. Volgens mij komt dat omdat ik al in een vroeg stadium zeg waar het op staat. Dat voorkomt ruzie en frustratie.
Ik vind het bovendien helemaal niet erg als er een meningsverschil is. In mijn privé-leven leidt een meningsverschil bijna altijd tot iets beters dan wat er oorspronkelijk was. Dat kan om het onderwerp zelf gaan (waarnaartoe gaan we op vakantie?). Maar het kan ook om de kwaliteit van de relatie gaan. Want door goed om te gaan met meningsverschillen kun je steeds intiemer met elkaar worden. Er ontstaat dan steeds meer gemeenschappelijks.